Pont-a-Mousson
Onze eerste stop deze reis is in Pont-a-Mousson, een stadje aan de Moezel tussen Metz en Nancy.
Het is ruim 450 km rijden vanaf De Bilt, dat betekent twee keer ‘tanken’ onderweg. Het is even wennen en een hele uitzoekerij waar je het beste kan gaan laden. Daarom willen we de accu’s liever niet onder de 25-30% capaciteit laten komen – als het ergens mis gaat hebben we nog ruim 100 km on een alternatief te vinden.
Laden onderweg doen we in principe bij laadstations waar je snel of ultrasnel kan laden. Onze accu heeft een capaciteit van 77 kWh, goed voor 380 km in de winter en 480 km in de zomer. Afhankelijk van hoe hard we rijden en hoe heuvel- of bergachtig het is kan het ook wel 10% minder zijn. We hanteren de vuistregel dat we tussen de 4,5 en 5,5 km per kWh rijden, dat is aan de veilige kant.
Omdat je bij een snellader bij voorkeur niet boven de 80% laadt gaat het in de meeste gevallen om het laden van 30% naar 80%, de halve capaciteit van de accu. Je laadt dus per keer ongeveer 200 km bij. Onze auto kan een laadsnelheid van 230 kw/uur aan, dat betekent dat je in een kwartiertje klaar bent. In de praktijk halen die laders die snelheid niet, zeker in het begin van het laden niet. Zeker in deze tijd van het jaar zijn de accu’s veel te koud, optimaal is tussen 20 en 30C, net als bij mensen zeg maar. En de snelheid van de laders zelf verschilt ook, het loopt van 50kw/uur naar 300.
Die snelladers zijn niet dik gezaaid, hoewel er razendsnel wordt bijgebouwd. In Nederland is Fastned pionier, die ook snel zijn netwerk uitbouwt in België en Frankrijk. Daarnaast zijn in Frankrijk Ionity en Total Energy grote aanbieders. Aan de snelwegen is het wel een beetje wild-west. Meerder aanbieders op een locatie, onduidelijkheid waar de laadpunten staan, onduidelijkheid met welke app of pas je het beste kunt laden. Het principe is wel steeds dat je een stekker en kabel van de aanbieder gebruikt, waarna je jezelf ‘kenbaar’ maakt via een app of een pas waaraan een bankrekening is gekoppeld. Laden en afkoppelen, daarna gaat de afrekening vanzelf.
Er is een fors prijsverschil tussen de aanbieders. We zagen prijzen tussen 80 en 100 cent per kWh, Fastned vraagt 59. De voor ons verrassende provider is Tesla. Tesla heeft veruit het grootste netwerk, met veel laadstations per lokatie. Oorspronkelijk was dit netwerk alleen voor Tesla rijders maar onlangs is het ook opengesteld voor niet-Tesla gebruikers. Je moet je wel aansluiten bij het netwerk (d.i. registreren in de Tesla-app), dat kost niets. Hun basistarief is rond de 50 ct per kWh, met een maandabonnement (van 13 euro) betaalden wij 37 ct.
Nadeel is dat de Tesla stations niet direct aan de snelweg zijn, meestal wel er dichtbij. Het beleid van Tesla is dat er altijd een hotel of restaurant in de buurt is zodat je tijdens het laden wat kunt nuttigen. In de praktijk staan de laadpalen vaak op het parkeerterrein van zo’n hotel.
Het hotel dat we voor de nacht hebben geboekt is gevestigd in de Abbay des Prémonstrés. Van hun eigen site halen we wat achtergrond.
De gemeenschap van de premonstratenzers van Saint-Marie-aux-Bois vestigt zich in 1608 in Pont-à-Mousson, om er een eeuw later een abdij te bouwen. De abdij is gebouwd tussen 1702 en 1735. Het is een grote abdij met naast het gebouw zelf verschillende tuinen en een kerk. In 1944 is het zwaar verwoest, na de oorlog weer opgebouwd en hersteld. Sinds 1964 heeft het een culturele functie, en is er dus ook een hotel in gevestigd.
Het hotel heeft een openbare parkeerplaats voor de deur. Je kunt er alleen ontbijten, maar er zijn een paar restaurants op loopafstand. We eten redelijk goed bij La Trattoria.