Domfront 2e dag

Op een kleine kilometer lopen van de camping, wel fors omhoog hier en daar, ligt het Middeleeuwse deel van Domfront. We trotseren het (te) warme weer en besteden het grootste deel van de middag in deze ‘bovenstad’.

We lopen er rond en maken foto’s. Langere tijd besteden we bij de overblijfselen van het kasteel van Domfront, en in de L’église St-Julien de Domfront. Dit kerkgebouw stamt uit de jaren 20 van de vorige eeuw, op zich al bijzonder. Het is een interessante kerk, ook vanuit het oogpunt van architectuur en inrichting.

Het kasteel van Domfront is voor het eerst in de 11e eeuw gebouwd, aanvankelijk in hout, later in steen. Van het kasteel en de verdedigingswerken er om heen zijn alleen ruïnes over, de kasteeltuin is een toegankelijk park. De stadswallen zijn in de 12e en 13 eeuw gebouwd, en voor een deel nog intact als ommuring van de oude stad. Vanaf de toegangsweg en het park rond kasteel heb je een fraai uitzicht over de omgeving,

Er staan In dit deel van de stad behoorlijk wat bewaard gebleven oude panden (met vakwerkgevels), de straten zijn op middeleeuwse breedte. Er staan ook monumentale panden uit latere eeuwen, zoals het stadhuis uit de 19e eeuw.

Zoals gezegd is de kerk een bijzonder gebouw. Oorspronkelijk, in de middeleeuwen, stond er op deze plaats een kleinere kerk – de Sint Juliaanse kapel. In de 18e eeuw wordt naast de kapel de eerste Sint-Julianuskerk gebouwd. Door slecht onderhoud, WO I en een orkaan die uiteindelijk het grootste deel vernietigt was geen restauratie mogelijk. Men besluit een nieuwe kerk te ontwerpen en te bouwen.

Het is 1924. De architect voor de nieuwbouw wordt Albert Guilbert, pionier in de Art Deco beweging. De uitdaging is een kerk te bouwen op de beschikbare plaats die niet groot genoeg is voor een klassiek grondplan zoals het zg. Latijnse kruis (een lang schip met een kortere dwarsbeuk) of een Grieks kruis (met beide beuken even lang). Daarom krijgt deze kerk een vierkant grondplan, zoals een byzantijnse kerk.
Naar het schijnt om kosten te besparen past de architect een voor die tijd nieuw materiaal toe: gewapend beton. De kerk bestaat uit 4 rondbogen uit beton, met daarbovenop een toren waarin zich de centrale koepel bevindt. Het is een zelfdragende constructie (als dat de goede term is), er is in het interieur geen enkele pilaar te bekennen. In de afwerking zijn veel Art Deco elementen gebruikt.