Malpartida de Plasencia

Avis zal zo ongeveer het verste punt van deze reis zijn. Vandaag beginnen we met de weg omhoog naar NL. Eerst terug naar Spanje. We maken een forse omweg via Castelo Branco en zien nogal wat verschillende typen landschap.

Net als eerder in Spanje zijn er de glooiende heuvels met bloementapijt.

In een veel somberder landschap treffen we kurkeiken aan. De Alentejo is een belangrijk productiegebied voor kurk, Portugal is wereldwijd de grootste leverancier.

Kurk wordt geoogst door het schillen, afstropen, van de schors. Een eeuwenoud ambacht. Bij een boom gebeurt dat voor het eerst als deze ruim 20 jaar oud is, daarna om de 8-9 jaar. De boom kan dat aan, na iedere oogst groeit er een nieuwe laag kurk. Van binnenuit, zodat de wit gekalkte cijfers die je ziet staan steeds zichtbaar blijven. Het getal is het laatste cijfer van het jaartal van de vorige schilbeurt, hierboven dus 2011. In zijn levenscyclus kan een kurkeik wel 20 maal worden ontschorst, de nieuwe lagen worden steeds gladder.

We zien dat de plantages met kurkeik tamelijk vaak worden afgewisseld met die met Eucalyptusbomen. Een erg brandbare mix. Vorig jaar waren er gigantische bosbranden in Portugal. We dachten dat die vooral zuidelijker waren, maar ook hier rijden we door grote troosteloze gebieden waar de branden hebben huisgehouden en nieuw groen een pas aarzelend begin durft te maken.

We rijden naar een camping bij Malpartida de Plasencia, aan de rand van het natuurgebied Monfragüe. We willen er nog eens naar de adelaars en vale gieren op zoek, we waren er al eerder in een ander seizoen. Ons navigatiesysteem trakteert ons bij de Spaans/Portugese grens nog op een smalle single-track weg die pas na een krappe brug over de Rio Erjas breder wordt. Goed beschouwd: die rivier ís de grens. En hoewel de wegen in Portugal niet heel slecht zijn, althans in de Alentejo, zijn die in Spanje beter en breder, althans in de Extremadura.

Het plaatje is er niet minder fraai om.