Guadalupe

We komen graag in Extremadura. Bij eerdere bezoeken aan Spanje reden we altijd wel door deze regio of een deel er van. We waren eerder al in onder meer Mérida, in Cacéres en natuurlijk in het natuurpark Monfragüe.

Er zijn siërra’s, grote meren en golvende heuvels waarover in dit jaargetijde bloementapijten liggen, soms als bedekking onder al wat oudere olijfbomen. We kunnen ons wel voorstellen dat dit landschap in de winter heel wat minder vriendelijk is.

Zo te zien zijn alle bloemen wild en inheems, niet om te oogsten — behalve misschien de honing. Deze gele bloemen komen het meest voor. Chrysanthemum myconis denken wij, gele ganzenbloem.

We rijden vanaf Córdoba naar Guadalupe. Eerst is dat nog Andalusië, maar al snel wordt het Extremadura. Dun bevolkt, aanvankelijk weinig zichtbare activiteiten naast schapenteelt (soms koeien), en het is hier ook niet toeristisch.

Extremadura geldt een beetje als het vergeten gebied. Er zijn prima (tweebaans) wegen maar weinig in aantal. Hier en daar vind je een stadje met een eigen historie, maar in het algemeen heeft de regio weinig invloed op de Spaanse politiek gehad. We zijn hier niet in Catalonië of Baskenland. Wel heeft Extremadura veel ontdekkingsreizigers en veroveraars opgeleverd. Conquistadores als Cortés, Pizarro, de Alvarado, de Valdivia. Vaak hebben ze plaatsnamen in de door hen veroverde gebieden genoemd naar plaatsen in Extremadura.

Wij vinden het prima zo en genieten onderweg van het mooie weer en het boeiende uitzicht zoals bij dit Embalsa de la Serena.