Lissabon

We blijven een paar dagen in Lissabon om de stad en nabije omgeving te bezoeken. Voor de poort van de camping is een bushalte van lijn 750 die ons onder meer langs het stadion van Benfica voert. Net als bij Feijenoord ligt dit stadion in een (grote) wijk met dezelfde naam. Het eindpunt van de 750 ligt een stuk verder, bij het Parque das Nações. Hier was in 1998 het terrein voor Expo 98, de wereldtentoonstelling.
Zo’n expo levert voor een stad waarschijnlijk meer op dan Olympische Spelen of WK voetbal, in het geval van Lissabon in elk geval infrastructuur (metro en trein), hotels, expositie- en congresgebouwen. Het terrein ligt langs de Taag — groot water dat de aantrekkelijkheid van het gebied verhoogt. We lopen wat rond, drinken er koffie, en maken foto’s.

Vanaf het station Oriente nemen we de trein om in het stadsdeel Alfama te komen. Deze wijk is bij de aardbeving van 1755 zo goed als gespaard gebleven, en is daardoor een van de oudste wijken van Lissabon. Het station Santa Apolonia is een kopstation, ook voor de meeste internationale treinen van en naar Lissabon. Het station is in 1865 geopend en het oudste in Lissabon.

Tegenover het station is het Militair Museum (gevestigd in een oud arsenaal). Het schijnt een van de grootste militaire musea ter wereld te zijn, maar ons boeit dat niet zo. Wel hebben ze, naar men zegt, het geweer van local hero met wereldwijde faam Vasco da Gama in de collectie. We lopen alleen maar even de binnenplaats op en bewonderen de muurschilderingen.

Daarna lopen we omhoog aan de buitenkant van de wijk waar niet veel andere toeristen zijn. Later blijkt de klim ruim 90 meter te zijn. We komen langs het Panteão Nacional, een grote aandachttrekker en verder veel doorkijkjes naar de Taag. Het voor ons hoogste punt vandaag is de Miradoura in het Quartel da Graça. Vanaf dit uitzichtpunt maken we foto’s waarop onder meer het Castelo de São Jorge, verscholen in het groen en ook Alfama van boven.


Voor de terugweg nemen we op de Largo da Graça een klassiek ogende elektrische tram van de lijn 28. Enig opzoekwerk leert dat de wagens ook echt klassiek zijn: alleen de Remodelado trams die in de jaren 30 zijn gekocht zijn in staat door de kronkeligen en steile straatjes te rijden. Het is een spectaculaire rit, extra aantrekkelijk omdat we allebei in het rijtuig met 20 zit- en 38 staanplaatsen een plaatsje aan het open raam vinden. In de wijk is het inmiddels behoorlijk druk, ook met de onvermijdelijke grote groepen Japanse toeristen. De rit eindigt op het Campo Quirique bij de grote begraafplaats Ciméterio dos Prazeres.

Vanaf de begraafplaats brengen gewone stadsbussen (met een aantal keren overstap) ons weer bij de camping.