Venetië

Reporting from the Front is titel en thema van de architectuur biënnale 2016. We besteden er een groot deel van de dag in het besef dat je meerdere dagen nodig hebt om alles te bezoeken, zelfs als je zou beperken tot de echt interessante bijdragen. Dit jaar houden wij het bij wat er in het hoofdgebouw van  het Arsenale te zien is, en een vluchtig bezoek aan het Centraal Paviljoen op het Giardini biënnale terrein.

Op enkele na hebben alle participanten zich in het thema gevoegd, dat wel heel breed is en voor meerdere uitleg vatbaar. Als samenvatting hebben we wel gelezen dat het de curator van dit jaar, de Chileen Alejandro Aravena, er om te doen is de maatschappij terug te brengen in de architectuur, of, beter gezegd, de architectuur (en de architecten!) weer terug in een maatschappelijk verantwoorde rol. De woordkeuze verraadt al een stellingname — die in de uitwerking soms subtiel en soms met hoofdletters en uitroeptekens wordt uitgedragen. De heftigste hebben we overgeslagen. In Engeland is begin 2000 een rechtzaak gevoerd tegen Holocaust ontkenners. Als onderdeel van de forensische bewijsvoering is toen een zg. Evidence Room gebouwd waarin wordt bewezen hoe Auschwitz vanaf 1942 als een door ingenieurs en architecten met dat doel ontworpen en ingerichte fabriek van de dood is geworden. Over maatschappelijke verantwoordelijkheid gesproken… Die Evidence Room is in het Centraal Paviljoen nagebouwd.

De binnenkomst in Arsenale is subtieler, maar zet je wel gelijk op het spoor. Van het plafond hangen honderden aluminium profielen, de wanden zijn bekleed met stukken gipsplaat. Het is afkomstig van de vorige biënnale waar na ontmanteling ruim 100 ton materiaal overbleef: 10.000 m2 gipsplaat en 14 kilometer metalen profiel. De openingsruimtes hier en in Giardini zijn er mee ‘versierd’.


Het trefwoord voor de meeste bijdragen is, niet verrassend, ‘duurzaamheid’. Dat enkelvoudige Nederlandse woord geeft samengesteldheid van het begrip onvoldoende weer. Natuurlijk wordt er veel geëxposeerd over duurzame materialen– alles recyclebaar en uit recycling verkregen — en duurzaam fabriceren tot en met de cradle-to-cradle filosofie.

Er is ook zo iets als economische duurzaamheid. Hoe hou je het bouwen in landen die (nog) niet economisch ver ontwikkeld zijn maar wel snelgroeiende bevolkingen hebben betaalbaar? Een mooie visueel sterke bijdrage komt uit Ecuador. In een kwadrant zijn 9 rechthoeken van een vierkante meter neergelegd, met daarbinnen zakjes met geld. Het geld komt overeen met de bouwkosten per vierkante meter en aan de wand laten 8 foto’s van evenzovele projecten zien wat er in Ecuador gerealiseerd kon worden. De 9e vierkante meter is die bovenin de foto waarin de dozen met zakjes geld gestapeld zijn als op een pallet: dat representeert de bouwkosten per vierkante meter in Venetië in 2016.
Op de tentoonstelling wordt duurzaamheid ook in de betekenis van ‘permanentie’ aan de orde gesteld. Simpel gesteld: permanentie, zo je wilt stabiliteit, van de leefomgeving is een luxe, een privilege. Voor veel regio’s en veel volken misschien wel een luxe die nooit meer bereikt zal worden, zeker naarmate er grotere aantallen in beweging raken vanwege vlucht- of migratie noodzaak. Does permanence matter?

Een intrigerend voorbeeld van grote mensenmassa’s, tot aan tientallen miljoenen, die tijdelijk in een gebied moeten of willen verblijven is Kumbh Mela. Dit is een religieus (hindoe) festival in India dat elke 12 jaar plaatsvindt. Het festival duurt 3 maanden en wordt door 19 miljoen mensen bezocht, waarvan er in de piek 7 miljoen tegelijk aanwezig zijn. De accomodatie wordt in een paar weken gebouwd. Voor alle voorzieningen, die goed beschouwd bij elkaar een grootstedelijke infrastructuur vormen, worden in totaal slechts 5 recyclebare materiaalsoorten gebruikt. Interessant ook is het belang dat de hele operatie logistiek en organisatorisch slaagt: als het niet lukt moet er 12 jaar gewacht worden. Een bijkomstigheid is dat het festival eindigt als de moesson begint. Het waterpeil stijgt in een paar dagen zo snel dat alle voorzieningen wegspoelen zonder een spoor achter te laten.
Van deze beweging van mensenmassa’s uit vrije wil met een spiritueel doel is het maar een kleine stap naar de huidige vluchtelingenproblematiek. Minder vrije wil en andere doelen, maar net zo massaal. Naast enorme maquettes van stedelijke ontwikkeling van een aantal Duitse steden hangen twee grote, veelzeggende, posters die elkaars evenbeeld zijn. De ene schetst de situatie van 1946 toen Duitsland een oplossing moest realiseren voor 12 miljoen van huis en haard verdreven mensen. Met een geleide en gerichte inspanning heeft men dat ‘geschafft’, de maquettes zijn er voorbeelden van.


De andere poster schetst de huidige situatie met eveneens 12 miljoen migranten, waarbij de randvoorwaarden anders zijn dan 70 jaar geleden, de economie weliswaar sterker maar het denken over architectuur en stedenbouw (te) ver verwijderd om snelle, geleide, oplossingen te realiseren. Deze bijdrage van Berlijnse architecten roept op om nieuwe productiemethoden te ontwikkelen, in combinatie met zelfbouw-technieken zodat op schaal huisvesting voor grote aantallen gerealiseerd met gelijk oplopende sociale processen.

Verderop vonden we een Chinees project uit Bejing, waar in kleinschalige verbouwprojecten een vorm van sociale duurzaamheid wordt gerealiseerd.

Van oudsher is de binnenplaats waar woningen omheen zijn geplaatst een belangrijke sociaal element voor ontmoeting en verbinding. Door binnen bestaande gebouwen kleine wooneenheden van soms niet meer dan twee maal 9 m2 te plaatsen hoopt men een moderne, houdbare, variant van leven en wonen in een traditionele omgeving te realiseren.

Niet in elke bijdrage is een sociale component aanwezig, soms gaat het om puur technische innovatie. In die categorie valt het research resultaat dat als je daken of dakcomponenten zodanig fabriceert dat er alleen drukkrachten (‘compression’) optreden in het construct dat je dan tot 70% van de materialen kunt besparen. We weten nog niet of we dit helemaal snappen — op internet vinden we dat het dan om zg. schalen moet gaan, in de categorie bogen, gewelven en schalen. Schalen zijn gekromd als een kettinglijn en niet ondersteund of versterkt. Bij een vrij hangende kettinglijn zijn er alleen trekkrachten (‘tension’). In een construct volgens zo’n lijn zou de trekkracht lokaal telkens in één lijn liggen met de drukkracht zodat er geen buiging ontstaat. In huidige bouw worden verzwaarde onderdelen zoals I- en H-balken gebruikt om buiging tegen te gaan.  De getoonde bouwsels zijn overtuigend genoeg.

In het Centraal Paviljoen bevalt ons nog de bijdrage die de wereld aan bamboe als materiaal wil krijgen.