Götzens – Natterer See

We rijden naar de grensovergang bij Füssen en daarna naar de omgeving van Innsbruck. Het wegdek is aanvankelijk even slecht als eerder maar naarmate het landschap fraaier wordt wordt ook de weg beter. Gewoon glad asfalt in plaats van geribbeld beton. De betonwegen zijn zo ribbelig door slijtage, maar ook door opzet om het minder glad te maken. “Langsgroeven” zag je ook in Nederland wel op waarschuwingsbordjes staan. We houden het er maar op dat ze hier naast langsgroeven ook dwarsgroeven hebben gemaakt — de vullingen trillen zo wat je kiezen uit. Later blijkt er ook wat anders losgetrild te zijn.

Nog in Duitsland voorzien we ons van een “GO box”, dat is een apparaatje voor achter de voorruit waarmee op de tolwegen per traject prepaid kilometers worden afgetikt. We hebben het nodig omdat we boven de 3,5 ton wegen en daarmee in Oostenrijk (en ook in Zwitserland) een vrachtwagen zijn. Voor personenauto’s volstaat een vignet. Het kastje is zo goed als gratis, je laadt een tegoed bij bijv. een benzinestation en je kunt daarna onbekommerd door Oostenrijk rijden. Als je tenminste niet de pech hebt dat het doosje het niet meer doet (schijnt vaak voor te komen, lezen wij), als je op tijd je tegoed aanvult EN als je op tijd bewijsstukken opstuurt naar de bevoegde instantie. Anders krijg je namelijk een boete van 200 € zoals ons twee jaar geleden is overkomen. Wat moet je bewijzen? De milieuklasse van het voertuig, die is bepalend voor het tarief dat wordt berekend. Wij zijn van klasse “EEV” (tussen Euro 5 en 6 in). Helaas staat het niet op het kentekenbewijs, maar wel op de EG-Übereinstimmungsbescheinigung für unvollständige Fahrzeuge, door Mercedes Benz afgegeven. Onze camper begon immers zijn bestaan unvollständig, als chassis.
De documenten moeten er zijn voordat we weer thuis zijn.Twee jaar geleden moest het nog per fax, tegenwoordig mag ook email. Het wordt wat improviseren met foto’s waarschijnlijk.

Oostenrijk begint met een lange tunnel en daarna de Fernpass. In Zuid Duitsland was het landschap al wat interessanter geworden, in Oostenrijk is het meteen tamelijk steil al rijden we in principe door dalen.

Bijna bij Innsbruck verschijnt er weer eens een melding op het display van de auto. In rood deze keer! Dat is dus meteen stoppen en motor stil zetten. De melding gaat over de temperatuur van de koelvloeistof, maar dat blijkt maar een symptoom van een zwaarder mankement. Via de ANWB alarmcentrale en ons lidmaatschap met “Wegenwacht Europa” verschijnt er binnen 20 minuten na het telefoontje een kundig monteur van de ÖAMTC, de Oostenrijkse wegenwacht.

Wat blijkt? Een ventilator zorgt dat de koelvloeistof in de radiator gekoeld wordt. Om dit zo effectief mogelijk te maken is er een soort kap van kunsstof die maakt dat de geblazen lucht door de radiator gaat en niet alle kanten op. Deze kap is losgekomen van de radiator en hangt nu half op de ventilator. De koeling werkt daardoor niet meer. Er is niets afgebroken of anderszins kapot, dus de enige verklaring volgens onze monteur is dat het is losgetrild. Nou, dat kunnen wij wel verklaren…

De kap wordt weer teruggeplaatst en we kunnen weer verder. Voor de zekerheid wordt de kap extra geborgd met tie wraps — komt nooit meer los volgens de monteur.

Een paar kilometer verder vinden we een mooie camperplaats aan een meer (de Natterer See). We vinden het voor naseizoen nog tamelijk druk, maar we krijgen een goede plek aan het meer.