Granada

Wat een leuke stad is Granada! Ten onrechte hadden we het idee dat het een soort groot Toledo zou zijn, met weliswaar prachtige monumenten maar verder dood(s) op de toeristen na. Niets blijkt minder waar, de stad bruist. Er zijn weliswaar veel toeristen maar ook veel locals die voor werk of ontspanning in de stad zijn. De door ons gevreesde grote groepen met gids hebben we niet gezien. Die waren waarschijnlijk in het Alhambra, want dat is wel iets: je kunt toegangskaarten reserveren/aanschaffen maar, volgens zeggen, alleen dagen vooruit. We hebben het niet geprobeerd, we proberen veel van de buitenkant te zien.

Bij onze stadscamping om de hoek is een busstation, we nemen lijn 1 die naar het centrum gaat. Halte Catedral is bij de kathedraal, maar ook aan het begin van de wijk Albaicín. Achteraf kun je beter zeggen “aan de voet van” want de wijk ligt op een heuvel met nog een behoorlijk hoogteverschil. De meeste straatnamen in die wijk beginnen met ‘Cuesta’ (helling). 

We bezoeken de kathedraal, een van de grootste van Spanje. Weliswaar zijn de ruimtes, de zuilen en de koepelplafonds imposant, maar vooral massief — bedoeld om te imponeren. Er zijn aardige details maar ook in deze kathedraal blijken devotie en goede smaak niet per se hand in hand te gaan.
De kathedraal heeft twee orgels die als slagschepen tegenover elkaar staan opgesteld. Ook aan de achterkant hebben ze pijpen, ook uitstekende. Het geluid moet welhaast quadrofonisch kunnen zijn. In de sacristie hangen schilderijen van Van der Weyden en Memling. Er hangen ook grote spiegels tussen de werken, de verleiding om een gewijd selfie te maken is te groot.

 
 
Granada heeft een lange en rijke historie waarvan de joodse, Moorse en katholieke invloeden zijn terug te vinden. De stad werd in de 8e eeuw door de Moren bezet. Onder dit regime was er in de 13e tot en met 15e eeuw een enorme bloeiperiode voor de stad in zowel handel en nijverheid als cultuur en wetenschap. In 1492 hebben de katholieken de Moren verdreven en daarna veel sporen uitgewist. Zo is bijvoorbeeld de kathedraal gebouwd op de plaats, en goeddeels zelfs de plattegrond, van de moskee.
 
We lopen vanaf de kathedraal via de Plaza Santa Ana naar de Carrera del Darro langs de Real Chancillería en de Iglesia de Santa Ana.
 
 
De Carrera del Darro lopen we vrijwel helemaal uit. Er naast loopt de Rio Darro, voor een deel direct naast het Alhambra, althans de rots waarop het is gebouwd. 
 
 
 
Aan het eind lopen we Albaicín in, een van de oudste wijken van de stad, en door de wijk weer naar de bushalte bij de kathedraal. In deze wijk is de Moorse historie nog het meest aanwezig. Smalle, kronkelige keienstraatjes, met huizen en villa’s met Moorse versieringen die helaas goeddeels achter hoge tuinmuren verscholen gaan. Zowel muren als huizen zijn witgeverfd.
Er zijn hier niet veel toeristen. Een enkeling die langs de kerken en kloosters in de wijk trekt, en anderen zoals wij die vanaf afstand een goed beeld van het Alhambra proberen te vangen.
 
 
Zo blijken we zelfs iets hoger dan het Alhambra uit te komen. Let ook op de besneeuwde hellingen linksboven. Aan de rand van de wijk brengt de gewonnen hoogte ons nog spectaculaire uitzichten over de beneden gelegen stad.
 
 
Via steile straatjes en trappen staan we weer vlot op straatniveau van de kathedraal. Voor we daar zijn moeten we nog door smalle straatjes die geheel met Noord-Afrikaanse winkeltjes en handel gevuld zijn.
Wel kleurrijk, in vele opzichten.