Granada
Wat een leuke stad is Granada! Ten onrechte hadden we het idee dat het een soort groot Toledo zou zijn, met weliswaar prachtige monumenten maar verder dood(s) op de toeristen na. Niets blijkt minder waar, de stad bruist. Er zijn weliswaar veel toeristen maar ook veel locals die voor werk of ontspanning in de stad zijn. De door ons gevreesde grote groepen met gids hebben we niet gezien. Die waren waarschijnlijk in het Alhambra, want dat is wel iets: je kunt toegangskaarten reserveren/aanschaffen maar, volgens zeggen, alleen dagen vooruit. We hebben het niet geprobeerd, we proberen veel van de buitenkant te zien.
Bij onze stadscamping om de hoek is een busstation, we nemen lijn 1 die naar het centrum gaat. Halte Catedral is bij de kathedraal, maar ook aan het begin van de wijk Albaicín. Achteraf kun je beter zeggen “aan de voet van” want de wijk ligt op een heuvel met nog een behoorlijk hoogteverschil. De meeste straatnamen in die wijk beginnen met ‘Cuesta’ (helling).
We bezoeken de kathedraal, een van de grootste van Spanje. Weliswaar zijn de ruimtes, de zuilen en de koepelplafonds imposant, maar vooral massief — bedoeld om te imponeren. Er zijn aardige details maar ook in deze kathedraal blijken devotie en goede smaak niet per se hand in hand te gaan.
De kathedraal heeft twee orgels die als slagschepen tegenover elkaar staan opgesteld. Ook aan de achterkant hebben ze pijpen, ook uitstekende. Het geluid moet welhaast quadrofonisch kunnen zijn. In de sacristie hangen schilderijen van Van der Weyden en Memling. Er hangen ook grote spiegels tussen de werken, de verleiding om een gewijd selfie te maken is te groot.
Er zijn hier niet veel toeristen. Een enkeling die langs de kerken en kloosters in de wijk trekt, en anderen zoals wij die vanaf afstand een goed beeld van het Alhambra proberen te vangen.