Lanciano

We doen nog een etappe in oostelijke richting, naar Lanciano. Die plaats is niet al te ver van de kust, zodat we later langs de kust omhoog kunnen op weg naar Nederland via Frankrijk of Zwitserland (of evt. Oostenrijk). De beslissing over welke kant we kiezen kan tot Bologna worden uitgesteld, de weersvooruitzichten van dat moment zullen we bepalen wat we doen.

Lanciano is een stad waar in de middeleeuwen al de belangrijkste markten van de regio waren. Net als Bolsena is de stad trots op een “eucharistisch wonder”, in dit geval ging het om de miswijn die in het Heilige Bloed veranderde. Ook hier was een weifelende priester de moderator van het wonder als je dat zo kunt noemen. Het speelde al in de 8e eeuw. Wikipedia meldt overigens dat de katholieke kerk wereldwijd meer dan 130 erkende eucharistische wonderen kent.

De oude stad ligt hoog, verdeeld over 4 heuvels. De nieuwere gedeelten liggen lager. Daar vinden we ook de camperplaats, zoals zo vaak op een mixed parking. In Sulmona waren het nog trappen die naar het centrum van de stad voerden, hier is het een echte lift die zich in een aan de rotswand geplakt gebouw bevindt.

In het gebouw zijn ook (gratis) toiletten en douches. Er is hier een toezichthouder die niet over de camperplaats gaat, maar wel behulpzaam is.

De behulpzame toezichthouder wijst ons een plaats op een deel van de parking dat op dat moment, ‘s middags, nog vrijwel geheel leeg is. We staan er prachtig.

Wel staat er een bord met een parkeerverbod, wonderlijk genoeg alleen voor de periode van 03:00 tot 07:00 u ‘s nachts. Voor produttori agricoli staat er bij. Onze zegsman weet niet waarom het is, en wij weten niets beters te bedenken dan dat het waarschijnlijk gaat om de opbouw van een markt van land- en tuinbouwproducten uit de streek. Voor we gaan slapen bereiden we ons voor om snel te kunnen verhuizen naar een ander deel van de parking, maar we hebben gelezen dat zaterdag marktdag is dus erg ongerust maken we ons niet.

Achteraf blijkt er voor ons ook geen probleem te zijn, maar de invulling van de vroege ochtend is wel geheel anders dan verwacht.

De eerste bezoekers zijn er al voor 3 uur ‘s nachts. Het zijn twee jonge vrouwen die, samen met kratten en ander materiaal worden afgezet. Vanaf 3 uur, half 4, wordt het druk. We tellen op het hoogtepunt zo’n 40-50 mensen die met zo’n 30 voertuigen zijn gekomen, kleine bestelbusjes, pick-ups maar ook gewone auto’s.

Wat doen zij? Zij ruilen met elkaar groentes die ze hebben meegebracht. Dicht bij ons staat een pick up die met kratten sla of andijvie is gekomen en enkele daarvan inruilt voor een kist bloemkool We nemen aan dat het markthandelaren zijn die hun eigen verbouwde producten komen aanvullen om hun assortiment te verbreden. Een prima idee, de een heeft (te) veel van dit, de ander van dat, samen hebben ze een evenwichtig aanbod. Waarschijnlijk gaan ze van hier direct naar de verschillende markten, vandaar dat het zo vroeg in de ochtend moet.

We kunnen niet zien of er bij het ruilen ook geldelijk verrekend wordt, maar de bijeenkomst draagt alle kenmerken van een veiling. Eentje in de informele economie, denken wij. We lezen dat deze grijze economie op 20% van de totale economie van Italië wordt geschat.

Het eerste deel van de “veiling” verloopt gemoedelijk en druk — kennelijk is er nog van alles overvloedig te ruilen. Na een uurtje verdwijnt een deel van de deelnemers. De anderen blijven in een minder gemoedelijke sfeer achter. Er is weinig beweging meer, de mensen lopen of staan bij hun eigen auto. Soms vindt er nog een transactie plaats. Er zal een situatie van schaarste zijn ontstaan. Net als bij een veiling met klok of afslag geldt ook hier: wie beweegt betaalt.

Om 6 uur is het terrein weer leeg. Het was wel druk maar kennelijk stonden we niet in de weg.

Hoe anders is dat een paar uur later als het licht is. Het gehele terrein staat nu bomvol met personenauto’s, inclusief op- en afritten. Wij staan lekker ingebouwd, maar de mensen staan er kennelijk om snel inkopen te doen. Als de auto voor ons verdwenen is kunnen wij ook weg.