Chiavenna

Er zijn rondom onze camperplaats bij Ennetbühl glooiende, hoge hellingen bedekt met echt grasgroen gras, veel vee. Als we op pad gaan wordt er net een groep koeien over de weg naar een ander weiland gebracht. Voorop loopt een jongen van een jaar of 12, zakdoek om de hals, stok in de hand. Hoe klassiek kan het zijn. 

Op dit deel van Zwitserland past de typering “grazige weiden”. En hoewel de “wateren” hier fel stromen is het slot van een gedicht van Rutger Kopland dat begint met “De grazige weiden de rustige wateren…” ook buiten context toepasselijk: “… als de geweldige lijven van het vee kreunen en snuiven van vrede.”

Het is een beetje heiig weer dat nog extra bijdraagt aan het dromerig landschap waar we doorheen rijden. 
We rijden via Chur (over de 16, de 13 en de 3) en moeten twee passen over. In de aanloop naar de Julierpas verandert het landschap in ruige bergen. Heel veel haarspeldbochten voor we uiteindelijk op 2284 m zijn. Het is erg zonnig, maar door de hoogte niet warmer dan 13 graden. 


Vrij snel komen we na een paar honderd meter dalen bij de meren van Silvaplana en de Passo del Maloja, toch nog ruim 1800 m hoog. 

Daarna is er een nogal steile afdaling tot 300 meter in Chiavenna. We vinden er een degelijke camperplaats op het terrein naast een sporthal.