Budapest

We pakken bij het bezichtigen van de stad de draad van gisteren weer op. Vanwege de tour op de Donau hebben we al kaartjes voor de hop on-hop off bussen (de gele en de rode lijn). 

We stappen op naast ons bus en metrostation. De gele lijn blijft binnen Pest en voert ons langs bezienswaardige parken en gebouwen. Halverwege stappen we over op de rode lijn. Die rijdt ook een stuk door Pest langs onder meer het gebouw van de opera, diverse musea en ook de Zoo van Budapest en de botanische tuinen. Vanaf daar gaat het rechtstreeks naar de andere kant van de Donau. Waar we gisteren te voet waren in de bovenstad rijden we nu goeddeels aan weerskanten onderaan Castle Hill. We stappen nergens uit en laten al het moois als een film langs trekken, de close ups hebben we gisteren al gedaan. 
Bij de citadel (een weinig spectaculair gebouw) staat een vrijheidsbeeld (een 14 meter hoge zuil met een vrouw met een palmtak in haar handen). Oorspronkelijk werd het neergezet ter ere van het Sovjet leger dat de Duitsers uit Hongarije verdreven heeft. De originele tekst was in het Hongaars en in het Cyrillisch, de namen van gesneuvelde Sovjet soldaten waren in het monument gegraveerd. In een zeldzaam staaltje geschiedvervalsing zijn alle verwijzingen naar de Sovjets verwijderd en is er een algemeen eerbetoon aan alle gesneuvelden voor in de plaats gekomen. Juist vanwege de relatie met de Sovjets kan de ironie van deze handelwijze ons niet ontgaan.
Terug in Pest stappen we uit en drinken wat op een terras. Daarna lopen we door de stad naar ons busstation. Het is een prettige wandeling door een rustig gebied met winkelstraten, maar ook een vrijheidsplein, wat kerken en musea en ook het parlementsgebouw. 
In een straat die recht naar de Sint-Stefanusbasiliek loopt komen we tot onze verrassing oud-politicus en VN-gezant Jan Pronk tegen. We spreken hem uiteraard niet aan, maar we beseffen dat toeval niet bestaat: op de basiliek staat in koeienletters een bijbeltekst: Ego sum via veritas et vita (ik ben de weg, de waarheid en het leven). Jan zou het zelf gezegd kunnen hebben. Later vinden we uit dat Pronk in Budapest is om een lezing te geven bij de Centraal Europese Universiteit die daar om de hoek is. 

Op het Vrijheidsplein is een fontein met bedriegertjes. Er wordt een demonstratie gehouden waarvan de strekking ons ontgaat, maar die met de holocaust te maken heeft. Aan de andere kant staat een monument ter nagedachtenis aan de in 1944-45 gesneuvelde Sovjetsoldaten, het is een van de weinig overgebleven Sovjetmonumenten in de stad.

We eten bij Da Mario in de Vécsey utca een pizza en gaan met de 291 terug naar onze camper.