Castello di Sangro – Anagni

De camping blijkt toch niet zo verlaten, want na ons ontbijt komen er twee niet al te snuggere jonge mannen aan de deur om 20€ te vragen. In alle eenzaamheid sta je dan toch ongemakkelijk te kijken. Dat het stralend weer is, felle zon en strak blauw, haalt de dreiging er af en uiteindelijk blijken het toch gewoon mensen van de camping te zijn. Ze kunnen in het kantoortje van de receptie en handelen daar een enorme administratie af over ons verblijf, incl. paspoort-registratie. O.a. in Loreto was dat ook zo, het zal wel met Lampedusa e.d. te maken hebben. 

We zijn zo ongeveer op het meest zuidelijke punt van onze reis, we maken daarom via een slag in westelijke en daarna noordelijke richting de wending. We wilen wel oost van Rome blijven, bijvoorbeeld langs Tivoli, hoewel dat voor nu te ver is. De tocht vandaag gaat over vrij drukke tweebaanswegen, berg op en berg af – en tamelijk slecht wegdek. Wel weer prachtig landschap en prachtig weer. In Cassino pauzeren we voor een broodje en koffie. Het is 24 C, we zitten ‘zonder trui’ op een terras. Niet om het in te wrijven: dit was het reisdoel dat we vooraf aan enkele twijfelaars hadden gemeld…

In de boeken hebben we als vervolgbestemming Alatri gevonden, waar een camperplaats bij een restaurant/pizzeria (La Favola) schijnt te zijn die het hele jaar open is. Nee dus. We vinden het adres wel, dankzij de GPS-coördinaten, maar net als eerder: alles is gesloten. 

Er zijn volgens de gids nog twee plaatsen in Alatri, maar de hele omgeving staat ons niet aan. Het oogt armoedig, maar los (!) daarvan is het er smerig met heel veel zwerfvuil overal. We zijn eerder door armere streken en plaatsen gereden, waar het doorgaans toch netjes en opgeruimd was. Kwestie van geld? Mwah, ook van mentaliteit denken wij, als luxe Nederlanders.

Niet al te ver weg ligt Anagni. Een van de camperplaatsen daar heeft als kenmerk ‘rustig gelegen’. Deze plaats is bij het kerkhof. We vermoeden dat de beschikbaarheid daar niet seizoensgebonden zal zijn… 

Marianne heeft een route uitgestippeld langs een van haar fameuze ‘groene’ wegen. Dat groen slaat alleen op het lijntje op de kaart langs de weg, dat zo iets betekent als ‘landschappelijk fraai’. Nou, inderdaad. Jammer dat Cor (die rijdt) alleen kan kijken naar de gaten in het wegdek, de scherpte van de hairpins en de voortdurend tegemoetkomende locals in afgeschreven Fiat Uno’s die om goede redenen denken dat er wel niemand anders op deze single-track weg zal rijden, zeker geen 4-ton + campers. Het is een helletocht, maar we komen er doorheen. 

De camperplaats in Anagni vinden we zonder probleem, het uitzicht is prachtig en de borrel verdiend. Er staan al een stuk of 8 campers, en ze verwachten er nog meer (meer dan 20). Kennelijk is het een club met een afsluitend weekend of zo iets. De al aanwezigen staan uitgebreid met elkaar te delibereren.