Rocca di Mezzo – Castel di Sangro

In Rocca di Mezzo gaat Marianne op zoek naar een bakker. Na enig navragen (Engels wordt er niet gesproken, maar ‘pan?’ is al genoeg) vindt ze een goede bakker.

We gaan niet terug naar l’Aquila. De stad is te moeilijk, men is daar nog drukbezet de resten van de aardbeving van een paar jaar geleden weg te werken. We gaan naar het zuiden en willen door het gebied ten oosten van Avezzano rijden. Op de kaart ziet dat er uit als een polderlandschap: rechte wegen en sloten die loodrecht op elkaar staan. Het is ongeveer 16 bij 20 km groot. Daar komen we door de weg van Rocco di Mezzo naar het zuiden te vervolgen, via Celano rij je zo het gebied in. 

Onze associatie met een polder blijkt bij thuiskomst (Wikipedia!) op zijn plaats. We zijn in het meest vruchtbare gebied van Italië, het eind 19 eeuw drooggelegde meer Lago Fucino. Vanaf de Romeinse tijd waren al pogingen gedaan het gebied droog te krijgen, o.a. met gegraven tunnels voor afwatering. 

Het eerste deel is bebouwd met luxe huizen voor de inwoners van Celano, maar even verder kom je in een landbouwgebied. 

De ‘sloten’ op de kaart zijn waterstromen in een soort greppel langs de weg. Duidelijk is dat dit een irrigatiesysteem is. Veel land- en tuinbouw, ook wel maïs. Men is druk bezig de laatste oogsten binnen te halen. Het is stralend weer, wolkeloze blauwe lucht. Vanuit de bergen zie je boven het tuinbouw gebied een soort nevel hangen. We weten niet of het waterdamp of stof is. Want stoffig is het. We verbazen ons over dit grote vlakke gebied, omringd door hoge bergen. Wij vinden het mooi.

We willen naar Roccaraso, naar een door de campersite opgegeven plaats met stroom. We rijden al drie dagen zonder ‘s nachts stroom te hebben. Omdat we niet zulke lange stukken rijden is dat niet genoeg om de accu’s op 100% te krijgen. We gaan over de snelweg, met een tunnel van 5 km.

Bij Sulmona gaan we de weg af. Dit is de plaats waar Ovidius is geboren. Alles heeft hier Ovidius in de naam of Metamorfosen natuurlijk. De stad staat bekend om zijn “confetti”: gesuikerde amandelen. Daarvan slaan we wat in voor familie en vrienden. 

In Roccaraso aangekomen blijkt de camperplaats bij het hotel dicht, voor het seizoen gesloten van juli t/m oktober. Voor de wintersport gaat het in november pas weer open. Een oudere heer die een oogje in het zeil houdt, verwijst ons naar een andere plaats, de richting is duidelijk, maar de precieze plaats nog niet. Na nog een vergeefse poging vinden we in Castello di Sangro een bord dat de richting van een camperplaats aangeeft, de aanwijzingen houden overigens ook weer ineens op. Een vriendelijke Italiaan gidst ons er met zijn auto naar toe. 

Het is een mooie plek in een bosrijke omgeving tegen de bergen aan, prachtig gelegen maar volledig verlaten.

Achteraf gezien blijkt dit de camping in Castello di Sangro te zijn, die een behoorlijk eind is verplaats. Ook hier koelt het ‘s nachts flink af.