Stranda naar Lom

Toen we wegreden uit Stranda begon het te regenen en dat zou even aanhouden. We reden naar Hellesylt via weg 60. Daar namen we de pont naar Geiranger over de Geirangerfjord. Deze pont is toeristischer dan de andere veren in Noorwegen omdat je door een lang dal vaart met veel moois. Er wordt onderweg ook in 3 talen info gegeven over zaken waar je langs vaart. Door de regen was het een beetje saai, maar het blijft wel spectaculair. De fjord is 200 m diep en kan dus aangedaan worden door grote schepen.

Er lagen twee giga cruise schepen toen we aankwamen, later kwam er nog een bij. Met watertaxi’s worden de opvarenden naar de wal gebracht. Later kwamen we er achter waar ze bleven. Geiranger is een soort Marken, druk, veel hotels, cafés. Het is maar een klein dorp en nu dus uit zijn voegen gegroeid. Terwijl we stonden te kijken kwam er een bootje vanaf een van de schepen om een overleden persoon in een lijkwagen over te zetten. Op zo’n schip zijn een paar duizend gasten, meestal op leeftijd, dus er overlijdt natuurlijk ook af en toe iemand. Cor vond het machtig boeiend, een serieuze Amerikaanse body bag die in een Noorse lijkwagen wordt geschoven, feitelijk een taxi met een wit kruis op de plaats van het normale taxiteken, en ook als teken zo uitgevoerd. Niet een taxi die je zou willen aanroepen…

We zijn gauw vertrokken en hebben weg 63 naar het zuiden genomen. Een prachtig woest berglandschap. Treurig in de regen. Smalle weg met haarspeldbochten. Je zou heel weinig verkeer verwachten, maar we kwamen heel veel touringcars tegen – lastig met een camper. Op een gegeven moment zagen we bij een uitspanning heel veel van die bussen staan. Ze waren ook genummerd, als hoogste nummer ontdekten wij 49! Die 1000en gasten van die schepen werden dus rondgereden door het desolate landschap, met een gids voorin per bus. Wat een industrie! Maar ook wel droef stemmend. Het regende ook nog.